-
1 service
service [servies]〈m.〉1 dienst ⇒ dienstplicht, -tijd, -uitvoering♦voorbeelden:faire son service (militaire) • zijn dienstplicht vervullenoffrir ses services • zijn goede diensten aanbiedenprendre son service • in dienst gaan, zijn werkzaamheden beginnenrendre service à qn. • iemand een dienst bewijzenrendre (des) service(s) • dienst doen, van dienst zijn, te pas komenà votre service! • tot uw dienst!entrer au service de qn. • in iemands dienst tredense mettre au service de qc., de qn. • zich in dienst van iets, iemand stellenêtre de service • dienst doen, hebben, de week hebbenpompier de service • dienstdoende brandweermanentrer en service • in gebruik genomen wordenmettre qc. en service • iets in gebruik stellenêtre en service commandé • bezig zijn met de uitoefening van een diensttaakmettre qc. hors (de) service • iets buiten gebruik stellenêtre à cheval sur le service • een dienstdoener, dienstklopper zijn2 service après-vente • serviceafdeling, klantenservicechef de service • hoofd van dienst, afdelingschefservice d'ordre • ordebewakingsdienstservice de ramassage • ophaaldienstservice de réanimation • intensive careservice des urgences • eerstehulpdienstservice conversationnel • babbelboxservice social • afdeling welzijnszakenservices sociaux • (instellingen voor) maatschappelijk werksociété de service • dienstverlenende ondernemingservice compris • inclusief, bediening(sgeld) inbegrepenservice non compris • exclusief, zonder bediening(sgeld)faire le service • (de gasten) bedienenservice à thé • theeserviesm1) dienst2) bediening3) servies4) eredienst [religie]5) service [sport] -
2 faire le service
faire le service
См. также в других словарях:
bedienen — V. (Mittelstufe) den Gästen im Restaurant oder den Kunden im Geschäft etw. bringen Beispiele: Uns hat ein arroganter Kellner bedient. Sie hat die Kunden immer höflich bedient … Extremes Deutsch
gasten — gạs|ten <sw. V.; hat (schweiz. seltener): 1. als 1↑Gast (1) aufnehmen, beherbergen. 2. (Gäste) mit Speisen u. Getränken bedienen; bewirten … Universal-Lexikon
aufwarten — versorgen; Gastgeber sein; bewirten * * * auf||war|ten 〈V. intr.; hat〉 1. mit etwas aufwarten etwas anbieten, bereithalten 2. jmdm. aufwarten jmdn. bedienen ● bei Tisch aufwarten; mit einem Imbiss aufwarten; mit Neuigkeiten aufwarten N. zu… … Universal-Lexikon
servieren — bewirten; bedienen; dienen; auftragen; auftischen; kredenzen; anrichten * * * ser|vie|ren [zɛr vi:rən] <tr.; hat: (als Kellner[in], Bedienung) die [bestellten] Speisen zum Essen auf den Tisch bringen: Sie können die Nachspeise servieren; heute … Universal-Lexikon
Gast — Besucher * * * Gast [gast], der; [e]s, Gäste [ gɛstə]: 1. Person, die von jmdm. eingeladen worden ist: ein willkommener, gern gesehener Gast; sie ist mein liebster Gast; wir haben heute Abend Gäste; Gäste zum Essen einladen, erwarten. Syn.: ↑… … Universal-Lexikon
Commis de rang — Kellner beim Bedienen von Gästen (hier in einem Schanigarten Café Prückel) Bedienung beim Aufnehmen der Be … Deutsch Wikipedia
Demichef de rang — Kellner beim Bedienen von Gästen (hier in einem Schanigarten Café Prückel) Bedienung beim Aufnehmen der Be … Deutsch Wikipedia
Kellnerin — Kellner beim Bedienen von Gästen (hier in einem Schanigarten Café Prückel) Bedienung beim Aufnehmen der Be … Deutsch Wikipedia
Mâitre d'hôtel — Kellner beim Bedienen von Gästen (hier in einem Schanigarten Café Prückel) Bedienung beim Aufnehmen der Be … Deutsch Wikipedia
Oberkellner — Kellner beim Bedienen von Gästen (hier in einem Schanigarten Café Prückel) Bedienung beim Aufnehmen der Be … Deutsch Wikipedia
Saaltochter — Kellner beim Bedienen von Gästen (hier in einem Schanigarten Café Prückel) Bedienung beim Aufnehmen der B … Deutsch Wikipedia
